Aan de Merenloop in Grou wilde ik graag weer eens meedoen. Want hoe vaak heb je de kans om: een wedstrijd van 14 kilometer te lopen, waarvan ongeveer de helft door het drassige weiland gaat, over hekken moet springen en je na afloop ook nog snert krijgt?
Op naar Grou dus!
De voorbereiding op de Merenloop
De maand februari was nat (dit mocht ik o.a. ervaren tijdens de Kleine Wielenloop) dus ik had wel in de gaten dat door het weiland modderig zou worden. Dus het leek me wel handig om wat schoenen met grip te dragen. Ondanks de 10 paar hardloopschoenen die ik heb, zat er niet echt een exemplaar bij met veel profiel. Omdat ik ook graag nog een paar Vaporfly’s, Alphafly’s of ander supersonisch paar schoenen wil kopen binnenkort (wanneer zijn die krengen nou eens leverbaar?) was het budget beperkt. Op naar de decathlon dus.
Bij de decathlon heb ik op woensdagmiddag het één na goedkoopste paar of road schoenen gekocht de: Kiprun TrailTR. Dezelfde avond heb ik ze meteen maar even getest tijdens mijn wekelijkse bootcamp training: oh wat had ik een grip in de stukken gras 😎 De volgende dag geen klachten, dus deze racers gingen het worden.
Met al het materiaal op orde, zou ik nu rustig kunnen toeleven naar de Merenloop. Helaas pindakaas, want mijn dochters hadden ’s nachts geen zin om door te slapen. Dus met een paar gebroken nachten ging ik het weekend in. Op zaterdag dan maar even rustig aan…
Nee, natuurlijk niet 😉 Zaterdag om 7:40 uur in de auto richting St. Annaparochie, want zoonlief moest voetballen! Nadat hij zijn magistrale talenten weer had geëtaleerd (houd die jongen in de gaten!) was het daarna tijd om de tuin even aan te pakken. Maaien, onkruid weghalen en die vervelende doornen uitgraven. Overal wondjes (k*t stekels), maar wel lekker bezig geweest. ’s Avonds nog even naar sc Heerenveen – Ajax en toen zat de dag er weer op.
Raceday
Zondagochtend. Ik stap uit bed en ik denk ‘ai’. Al dat ‘gebealch’ in de tuin was niet zo slim, want ik ben behoorlijk stijf! De ochtend spook ik niet zoveel meer uit en ik bereid me rustig voor op de race. Met de E-Bike op maximaal (even krachten sparen) naar het station en vervolgens stap ik op de trein naar Grou. Ik loop in een drafje naar het Halbertsma plein, haal mijn startnummer op en kleed me om.
Ik kom de nodige bekenden tegen en zeg stoer dat ik voor het podium ga vandaag. Maar met weekgemiddeldes van rond de 40 km, onderbroken nachten, schoenen waar ik nog maar 1 keer op heb gelopen en een stijf lichaam is dat misschien wel een beetje enthousiast. De dood of de gladiolen dan maar!
Tijd voor de Merenloop
Het is bijna 14 uur en ik zoek een plekje vooraan in het startvak. Ondanks de wallen onder mijn ogen, stramme lijf en angstzweet door de aanwezigheid van alle andere toppers, is mijn plan om achter 6 voudig winnaar Riekele Kobes aan te gaan en dan maar zien wat er gebeurt. De toeter gaat en ik ga vlot van start, zo snel dat ik voorop loop. Ik laat het tempo wat zakken en Riekele vliegt me al snel voorbij, ik blijf even bij hem, maar voel dat dit wat te hard gaat en ga verder in mijn eigen tempo.
Andere lopers halen me bij en dat is mooi, want we rennen nu vol tegen de wind in. Jelle (B.) neemt over en ik kan even bijkomen, hierna neemt Richie Azombo het over en die heeft er zin in. Even blijven we bij hem, maar hij gaat wel erg hard dus ik laat hem lopen. Ik knok me verder door de harde wind en merk dat mijn veter los zit. Het is nog een flink end, dus die veter moet eerst maar weer even vast. Ik zie een bankje, stop daar en ik strik snel mijn veters. Ik ren weer verder en ben na deze pitstop gezakt naar plek 6. Ik lig niet ver achter en zet aan om aan te sluiten bij het groepje voor me bestaande uit o.a. Roelof Oostra en Jelle. Ik kan even recupereren en zodra we bij het aquaduct aan komen besluit ik het tempo wat op te schroeven. Het groepje blijft nog even bij elkaar, maar zodra we de weilanden hebben bereikt valt het uit elkaar.
Ik loop op plek 3 en zie Riekele flink uitlopen, maar het gat met nummer 2 Richie blijft in eerste instantie gelijk. De weilanden zijn heerlijk drassig en ik ben nu best blij met mijn nieuwe off road racers. Ik heb lekker veel grip, ik vlieg over de hekken (ja daar moet je ook nog overheen) en ook al loopt het behoorlijk zwaar ik kan in een redelijk tempo door het weiland rennen.
Totdat we weer terug langs het kanaal lopen met de wind volle bak tegen… man man man, hier wordt het ploeteren. Ik kom echter wel snel dichterbij Richie, dus dit geef me wat extra moraal. De hekken pareer ik alsof ze er niet staan en dat het weiland zo oneffen als de pest is, negeer ik. Het gat is nog maar zo’n 100 meter. Ik besluit rustig naar mijn ‘prooi’ toe te lopen met het idee erna ‘op en over’ te gaan. Maar die ‘machtige versnelling’ stelde helaas niet zoveel voor 😉 en ik kwam niet los.
Op naar het aquaduct en ‘thank god’ het laatste stuk voor de wind naar de finish. Eindelijk weer asfalt en niet meer vol tegen de wind. Ik vlieg naar beneden het aquaduct in en probeer het tempo op te schroeven. Het gaat best nog wel soepel: er zit nog wel wat in het vat. Na het aquaduct een scherpe bocht naar rechts, waar ik de tussenstand kan bekijken: ik heb een klein gat geslagen met Richie en zie dat Roelof daar niet ver achter zit. Nog een vervelend stukje ‘ribbels’ richting het kanaal, ik trap nog even op het gas en neem de binnenbocht door het gras. Vanaf nu is het een lange streep naar de finish, verstand op nul en doortrappen! Ik loop los en aan het geklap van het publiek langs de kant te horen zit er zo’n 10/15 seconden tussen. Er komen nog een paar bochtjes en kijk daar nog een keer achterom: ik zie dat Roelof op een paar honderd meter afstand loopt. Ik pers er nog een laatste snelle km uit, kijk niet meer om en vlak voor de finish steek ik mijn handen omhoog: hoppa ik ben 2e op de Merenloop!
Riekele was vandaag heer en meester en ook al was ik op hoogtestage geweest, tip top uitgerust en elke dag gemasseerd dan had ik hem waarschijnlijk nog niet bijgehouden 😉 De tweede plek voelt dus eigenlijk wel een beetje als een overwinning. Ook mooi dat appgroep- en (af en toe) trainingsmaat Roelof 3e wordt. Even opfrissen, daarna in de rij voor een kop welverdiende snert en wachten op de prijsuitreiking. Ik mag plaatsnemen op het ereschavot ontvang een mooi bosje tulpen en een envelop met inhoud. Zo… ik kan weer thuiskomen.
Daarover gesproken, hoe laat ging die trein ook alweer? Over 11 minuten… dat zou net kunnen als ik aanpoot. In stevig tempo ren ik naar het station, ben weer lekker bezweet, maar ik haal hem wel.
Wat een topdag!